EOVOLT – Kenmerken en finesses

EOVOLT instructies EOVOLT Middag / EOVOLT Ochtend / EOVOLT Avond

Groet en hallo! Gefeliciteerd met uw nieuwe EOVOLT e-bike! Of u nu hebt gekozen voor de EOVOLT Middag, de EOVOLT Avond of de EOVOLT Ochtend – u bent bij de EOVOLT Premiumstore van de TWENTY iNCH FACTORY aan het juiste adres. Uw nieuwe e-bike is ideaal voor dagelijks gebruik, zowel in de stad als op het platteland, en de elektrische trapondersteuning maakt elke rit kinderspel. In deze handleiding vindt u alles wat u nodig heeft om uw EOVOLT optimaal te gebruiken, af te stellen en te onderhouden – zodat u er lang plezier van heeft. Het beste kun je vlak voor je eerste rit de informatie bekijken en de instructies goed bewaren. Voor onderhoud en reparatie raden wij u aan een erkende technicus te raadplegen. Uw EOVOLT e-bike is speciaal ontwikkeld voor volwassen fietsers in overeenstemming met de eisen van de Europese norm EN 15194. EOVOLT Duitsland – bestel bij ons en rijd op elk gewenst moment weg!

1. Verlichting Uw e-bike is voorzien van hoogwaardige LED-voorverlichting. Het in- en uitschakelen gebeurt via de boordcomputer. Uw e-bike is voorzien van achterverlichting. Bij de Ochtend- en Middagmodellen gebeurt het in- en uitschakelen via de aan/uit-schakelaar op de lamp zelf. Bij het Avondmodel is de achterverlichting aangesloten op de boordcomputer. Het wordt dus ingeschakeld via de boordcomputer.

2. De bel Aan je stuur zit een bel. Hiermee ben je tot op 50 meter afstand te horen.

3. Banden Uw banden zijn lekvrij en voorzien van reflecterende strips, die u meer veiligheid bieden in het dagelijks leven. De ideale spanning staat altijd aangegeven op de zijkant van de band. Wij adviseren de volgende luchtdrukwaarden:

EOVOLT Ochtend : Tussen 2,4 en 3,1 bar.

EOVOLT Middag : Tussen 2,8 en 4,5 bar.

EOVOLT Avond : Tussen 2,8 en 4,5 bar

4. Fietsrem Uw fiets is uitgerust met hydraulische schijfremmen met een diameter van 160 mm. De rechter remhendel bedient de achterrem, terwijl de linker remhendel de voorrem bedient. Het wordt aanbevolen om uw remkracht gemiddeld 60/40 te verdelen tussen voor en achter. U moet de maximale remkracht kunnen bereiken zonder dat de remhendels de handgrepen raken. Als dit niet het geval is, moeten uw remmen worden afgesteld.

Hydraulische schijfremmen maken gebruik van een controller die is aangesloten op een gesloten remvloeistofcircuit. Let op: Stof of modder kunnen de remwerking beïnvloeden. Als u de remblokken wilt vervangen, moet u deze vervangen door organische remblokken van identieke afmetingen.

WAARSCHUWING: Als het regent, wordt de remweg langer. De remschijven kunnen heet en scherp zijn. Wij raden u aan direct contact met hen te vermijden. GEVAAR – Hydraulische vloeistof

5. Snelheden Met versnellingen kunt u uw inspanning aanpassen aan de weg of de gewenste snelheid bereiken. Met kleine versnellingen kun je gemakkelijker bergop rijden met minder kracht. Hoge versnellingen vereisen meer druk op de pedalen, maar zorgen ervoor dat u de snelheid kunt verhogen door met een lagere cadans te rijden. Schakelen doe je met behulp van de shifter, die zich aan de rechterkant van het stuur bevindt. Met uw hand op het handvat, bedient u de peddel onder uw wijsvinger om omhoog te schakelen en de peddel onder uw duim om terug te schakelen.

6. Wielen en motor Wanneer u de motor aanzet, hoort u een licht geluid. Dit geluid is normaal als de motor start en het trappen ondersteunt. Bij volledig gebruik kan het luider worden. Na de eerste maand gebruik dient u uw spaken strakker te zetten om de impact van de motoraandrijving op uw achterwiel te beperken. Het volume van de motor ligt onder de 70 dB, waardoor je alles hoort wat er om je heen gebeurt. Als dit niet het geval is en het motorgeluid ongewoon hoog is, moet u naar een professional gaan om een ​​diagnose te laten stellen.

7. Elektrische ondersteuning De elektrische ondersteuning wordt geactiveerd door een koppelsensor op de crank. Zodra er koppel op de crank wordt uitgeoefend, stuurt de sensor de informatie naar de controller, die een signaal doorgeeft aan de motor (in de achterwielnaaf). De elektrische ondersteuning van de motor heeft 5 niveaus.

Niveau 1 is het laagste ondersteuningsniveau.

Niveau 0 is de modus zonder hulp.

Niveau 1: 20% motorvermogen

Niveau 2: 40% motorvermogen

Niveau 3: 60% motorvermogen

Niveau 4: 80% motorvermogen

Niveau 5: 100% motorvermogen.

Om de accu op de controller aan te sluiten, moet je de connector aan het uiteinde van de accu aansluiten op de connector op de controller, deze bevindt zich onder de fiets. Met deze aansluiting kunt u gebruik maken van de elektrische ondersteuning van de fiets.

8. Batterij De lithiumbatterij is het hart en de motor van uw Eovolt. Voor meer functionaliteit en esthetiek is de batterij, die zich in de zadelpen bevindt, volledig verwijderbaar van de fiets. Accu vergrendelen Uw fiets is uitgerust met een antidiefstalzadelklem. Hiermee kunt u uw accu beveiligen en het risico op diefstal van de zadelpen verkleinen.

Om uw accu te vergrendelen, drukt u eenvoudig op de knop op de zadelpen. De knop wordt ingedrukt als de zadelpen is vergrendeld. Om hem te ontgrendelen, houdt u uw unieke sleutelset bij de hand en draait u hem één keer om. De knop staat omhoog als de zadelpen ontgrendeld is. De accu opladen De oplaadpoort bevindt zich onder het zadel en is afgedekt met een deksel dat beschermt tegen stof en vocht. Verwijder het deksel en sluit de oplader aan. Plaats het deksel terug als de batterij volledig is opgeladen. De laderindicator licht rood op tijdens het opladen. Zodra de indicator groen wordt, is de batterij volledig opgeladen. Als je de accu apart wilt opladen , schroef dan de zekering op de connector op de controller los, open de zadelklem en trek de zadelpen in zijn geheel eruit. Herhaal de bovenstaande stappen om ze opnieuw te plaatsen en te verbinden.

9. LCD-scherm

Foutcodes:

03_info Motorstoring

04_info Trapprobleem

06_info Kortsluiting motor of regelaar

Aan/uit: Druk een paar seconden op de AAN-knop om het LCD-scherm in te schakelen . Druk op de UIT-knop om het scherm uit te schakelen. Als de motor niet draait en de fiets niet wordt gebruikt, wordt het scherm na 5 minuten automatisch uitgeschakeld.

Verlichting: Druk op de bovenste pijlknop totdat de lichtindicator op uw scherm verschijnt. Doe hetzelfde wanneer u uw lamp uitdoet, deze wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u uw LCD-scherm uitschakelt. Assistentie: Druk op de pijltjestoetsen omhoog of omlaag om het ondersteuningsniveau te verhogen of te verlagen .

Loopmodus: Houd de onderste pijltjestoets ingedrukt. Het wandelmoduspictogram verschijnt en uw fiets rijdt met een maximale snelheid van 6 km per uur.

Onze e-bikes hebben geen starthulp. Resetten: Wacht na het inschakelen van uw LCD-scherm 5 seconden en druk vervolgens tegelijkertijd op de pijltjestoetsen omhoog en omlaag. De afstand DST knippert. Druk kort op ON om de gegevens te resetten. Als u gedurende 5 seconden geen enkele knop indrukt , keert het LCD-scherm automatisch terug naar het startscherm.

Display 2: Gemiddelde snelheid en totale afstand: Druk kort op ON om naar het tweede display te gaan waarop u de gemiddelde snelheid en totale afstand kunt zien.

Display 3: Maximale snelheid en spanning: Druk vanuit display 2 opnieuw op ON. U komt dan op display 3 terecht, waarop de maximale snelheid en accuspanning worden weergegeven. Druk nogmaals op AAN om terug te keren naar het startscherm.

10. Oplader

Uw e-bike-oplader is een slimme oplader die gebruik maakt van krachtige communicatietechnologie die speciaal is ontworpen voor lithium-ion (lithium) batterijen.

De voordelen zijn als volgt:

- Ingangsspanningsbereik: 100-240V AC.

- Bedrijfs- en opslagtemperatuur: tussen 0 en 30 °C.

- Laag geluidsniveau

- Voorkomt dat de batterij beschadigd raakt door omgekeerde voeding.

- Maakt een lange kortsluitingsperiode mogelijk.

- Verzorgt de volledige stempelinstructie voor veilig gebruik.

- Voldoet aan alle EU-vereisten Compatibiliteit: deze oplader is ontworpen om 7 batterijen op te laden, een 29,4+0,5V 8-20AH Li-ion batterijpakket. Hoe te gebruiken: Sluit eerst de pin van de stekker aan op de batterij en vervolgens op het stopcontact. Tijdens het opladen brandt het oplaadindicatielampje rood. Zodra het opladen is voltooid, licht de indicator groen op. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, haalt u eerst de stekker uit het stopcontact en haalt u vervolgens de batterij uit het stopcontact. Configuratie en best practices

1. De instellingen

1.1 Het fietszadel afstellen

Zorg ervoor dat de klem voldoende is vastgedraaid om uw gewicht te ondersteunen. Als dit niet het geval is, gebruikt u de steeksleutel die bij de batterijvergrendelingssleutels wordt geleverd. Volg deze stappen om de zadelklemas vast te draaien:

- Open de zadelklem.

- Draai de schroef aan de achterkant van de zadelklem vast door de sleutel naar beneden te draaien.

- Sluit de zadelklem weer. Om een ​​veilige rit te garanderen, moet de zadelpen tussen de minimale en maximale positie worden geplaatst, zoals aangegeven op de pen.

Om de hoogte van de zadelpen aan te passen aan jouw lichaamstype, voer je de volgende berekening uit: 1,09 x de staphoogte. Als het resultaat boven de maximale positie ligt, zorg er dan voor dat u in de maximale positie blijft.

De hoek van de stoel wordt aangepast met behulp van de moeren waarmee de stoel aan de stoelrail is bevestigd. Zorg ervoor dat de moeren goed vastzitten en dat de stoel tijdens het zitten niet naar voren of naar achteren beweegt. Draai de schroef los die zich onder de stoel tussen de lamp en de batterij bevindt. Schuif het zadel naar wens naar voren of naar achteren. Zodra u uw zadel correct heeft gepositioneerd, draait u de schroef vast.

1.2 Stuurverstelling

Open de snelsluiting om de hoogte van de stuurpen aan te passen. Als het bovenste deel van de stuurpen niet stevig genoeg met het onderste deel is verbonden, draait u de ronde snelspanmoer met de klok mee. Zorg ervoor dat u het minimale invoegpunt niet overschrijdt. De stuurhoogte is afhankelijk van uw lengte en gebruik. Hoe lager het stuur, hoe sportiever de zit en hoe minder comfortabel deze is en omgekeerd.

1.3 Afstelling van de achterderailleur

De afstelling van uw voorderailleur is in de fabriek uitgevoerd en door uw dealer gecontroleerd. Mocht blijken dat de achterderailleur verkeerd is afgesteld, dan raden wij u aan contact op te nemen met TWENTY iNCH FACTORY.

1.4 Kettingspanning afstellen

Plaats de ketting op het kleinste tandwiel. Vervolgens kunt u de plastic ring strakker of losser maken om de spanning op uw derailleur te veranderen .

Plaats uw fiets zo op de standaard dat het wiel de grond niet raakt, draai aan de crank tijdens het schakelen. Als u een moeilijke overgang tussen twee tandwielen vindt, pas dan de kabelspanning rechtstreeks op het blokkeermechanisme aan.

1.5 Afstelling bovenste en onderste aanslag

Gebruik de H-schroef om uw onderste aanslag af te stellen. Zorg ervoor dat u op het kleine rondsel zit en schroef het in of uit om uw stop te krijgen. Gebruik de L-schroef om uw hoge stop aan te passen. Zorg ervoor dat je op het grote tandwiel zit, schroef het in of uit om tot stilstand te komen.

Als u ondanks het volgen van deze instructies geen bevredigend resultaat behaalt, neem dan contact op met uw dealer.

1.6 Rem afstellen

Om optimaal te kunnen functioneren moet uw remsysteem worden ingereden . Om dit te doen, moet u voorzichtig en geleidelijk met beide remmen remmen ; uw remeffect zal geleidelijk verbeteren.

Wanneer u tijdens de afdaling de remmen gebruikt , moet u met schokken remmen in plaats van langdurig remmen, wat leidt tot verhitting van de remblokken en vervolgens inefficiënt remmen .

Als u een piep hoort, komt dit doordat uw remblokken vervuild zijn door een vetbestanddeel of omdat de inbraak niet effectief is geweest. De remblokken moeten vervangen worden. Remschijven zijn scherp en worden warm na gebruik. Zorg ervoor dat u ze na gebruik niet aanraakt. Let op het gevaar voor beknelling in de omgeving van de remschijf en remblokken. Uw remsysteem moet olie- of vetvrij zijn . Door de wrijving van de remblokken ontstaat stof, dat zich ophoopt en de goede remprestaties kan belemmeren.

Aarzel niet om het schoon te maken met geschikte producten.

Zorg ervoor dat uw remsysteem goed werkt, elke keer dat u het gebruikt.

Als u merkt dat uw remschijf gebarsten of vervormd is, stop dan met het gebruik van uw fiets en ga naar uw dealer. Als u merkt dat uw remvermogen afneemt, controleer dan op lekkages in uw remsysteem.

Afstelling en elke ingreep aan het remsysteem moeten worden uitgevoerd door een professional (bij niet-naleving vervalt de garantie). Laat de remblokken vervangen als de remblokdikte minder dan 1 mm is. Het remblok is het zachtere deel van het remblok.

1.7 Pedalen monteren

  • Stap 1: Breng wat montagevet aan op de schroefdraad van beide pedalen.
  • Stap 2: Schroef het rechterpedaal (markering “R” op het pedaal, pedalen zonder groeven) met de klok mee op de crank aan de binnenkant van de trapasplaat.
  • Stap 3: Schroef het linkerpedaal (markering «L» op het pedaal, pedalen met groeven) tegen de klok in op de linker crank .
  • Stap 4: Het aanbevolen aanhaalmoment is 30 Nm.

1.8 Aanhaalmoment

  • Aandraaien van de cranks: 40 Nm
  • Wielen: 30 Nm
  • Stuurpen tot vork: 24 Nm
  • Zadelbevestiging: 18 Nm
  • Stuurpenkantelmechanisme: 14 Nm
  • Remklauwen en remklauwbeugels: 14 Nm
  • Fietsenstandaard: 14 Nm

2. In- en uitklappen

2.1 Plooien van de ochtend en de middag

  • Stap 1: De stuurpen Laat de stuurpen zo ver mogelijk zakken door de stuurklem in het midden van de stuurpenbuis los te maken. Ontgrendel het stuurpenvouwsysteem door de veiligheidspal op de hendel omhoog te duwen en vouw vervolgens de stuurpen voorzichtig in.
  • Stap 2: De zadelpen Maak de zadelklem los. Duw de zadelpen langzaam naar de grond. Draai de zadelklem weer vast. In deze stap raden we aan om de batterij los te koppelen van de controller.
  • Stap 3: Frame en pedalen Klap de pedalen in door ze in te drukken en draai ze vervolgens om zichzelf heen. Draai de frame-vouwhendelvergrendeling naar boven. Trek aan de frame-vouwhendel en vouw de fiets in zichzelf.
  • Stap 4: Fold & Go: Trek de zadelpen omhoog zodat u de fiets moeiteloos kunt voortduwen, alleen in voorwaartse richting.

2.2 Plooien van de avond

  • Stap 1: De stuurpen Laat de stuurpen maximaal zakken door de stuurverstelklem in het midden van de stuurpenbuis los te draaien. Ontgrendel het stuurpenvouwsysteem door de veiligheidspal op de hendel omhoog te duwen en vouw vervolgens de stuurpen voorzichtig in.
  • Stap 2: De zadelpen Maak de zadelklem los. Duw de zadelpen langzaam naar de grond. Draai vervolgens de zadelklem weer vast. Bij deze stap raden wij u aan de batterij los te koppelen van de controller.
  • Stap 3: De pedalen Vouw de pedalen in door ze naar binnen te duwen en draai ze vervolgens om zichzelf heen.

2.3 Veiligheid bij het opvouwen

Bij het uitklappen van de fiets is het belangrijk om ervoor te zorgen dat alle hendels vergrendeld zijn door het slot, zoals weergegeven op de foto.

3. Vóór elke reis

U staat op het punt uw Eovolt voor de eerste keer uit te proberen. Hier zijn een paar tips om ervoor te zorgen dat deze eerste reis veilig is.

Kies een veilige plek, weg van het verkeer, om vertrouwd te raken met uw nieuwe fiets. De ondersteuning kan met meer kracht worden geactiveerd dan u zich kunt voorstellen.

Wij raden u ten zeerste aan om beschermende kleding aan te trekken voordat u op de fiets stapt. Het dragen van een helm wordt sterk aanbevolen en verplicht voor kinderen onder de 12 jaar. Draag een goedgekeurde helm (CE-gemarkeerd) die goed past.

Rijden op de openbare weg vereist het naleven van de verkeersregels. Houd u aan de verkeersregels van het land waar u uw fiets gebruikt. Lion Distribution SAS aanvaardt geen aansprakelijkheid als de berijder van de fiets zich niet houdt aan de huidige regelgeving.

Deze fiets is bedoeld voor gebruik op stedelijke wegen. Het is niet bedoeld voor gebruik op terrein in zeer slechte staat. Het is niet bedoeld voor gebruik in “offroad”-gebieden. Als u deze waarschuwingen niet in acht neemt, kan dit tot een val of ongeval leiden en de toestand van uw Pedelec voortijdig en onomkeerbaar aantasten.

Als de fiets door een kind wordt gebruikt, moeten ouders toezicht houden en ervoor zorgen dat de gebruiker de fiets veilig kan gebruiken.

Bij ongebruikelijke weersomstandigheden (regen, kou, nacht...) moet u bijzonder waakzaam zijn en uw snelheid en reacties dienovereenkomstig aanpassen.

Als u uw fiets buiten uw auto vervoert (fietsendrager, imperiaal...), moet u de accu verwijderen en op een temperatuurgecontroleerde plaats bewaren. Uit veiligheidsoverwegingen wordt sterk aanbevolen om tijdens het staan ​​te beginnen met trapondersteuning op niveau 0 of 1 en vervolgens de trapondersteuning langzaam op te voeren. Tenslotte wordt het ten stelligste afgeraden om uw e-bike te duwen terwijl u ernaast loopt als de trapondersteuning is ingeschakeld. Houd bij het remmen en het nemen van bochten zeker rekening met de stuurafhankelijke reactietijd .

4. Bagagerek

Zorg er vóór de installatie voor dat uw bagagerek compatibel is met uw e-bikemodel. Controleer vóór de montage of het product in goede staat verkeert . Neem bij twijfel contact op met uw dealer. Onze bagagerekken zijn exclusief ontworpen voor Eovolt-fietsen. Elke wijziging of onjuist gebruik kan leiden tot ernstig letsel of de dood . De diverse schroefverbindingen dienen regelmatig gecontroleerd te worden . Voor de Morning- en Afternoon-modellen bedraagt ​​het maximale laadvermogen 25 kg. Dit gewicht staat vermeld op uw bagagerek. Zorg ervoor dat u het laadgewicht niet overschrijdt. Het is bij wet verboden om een ​​draagzak te monteren op een bagagerek met een draagvermogen van minder dan 27 kg.

Voor het Avondmodel bedraagt ​​het maximale draagvermogen 27 kg. Dit gewicht staat vermeld op uw bagagerek. Zorg ervoor dat u het laadgewicht niet overschrijdt. Aangezien de maximale belasting 27 kg bedraagt, is het toegestaan ​​om aan dit bagagerek een geschikte draagzak te bevestigen. Bij dit model is het bagagerek compatibel met het MIK HD montagesysteem. Wanneer de bagagedrager beladen is, kan het rijgedrag van uw fiets veranderen en een langere remweg tot gevolg hebben. Pas daarom uw rijstijl aan. Bagage kan alleen veilig worden vervoerd op het bagagerek .

Zorg ervoor dat de lading in evenwicht en veilig is. Zorg ervoor dat uw lading de zichtbaarheid en de effectiviteit van de reflectoren en verlichting niet beïnvloedt . Let op: Onze bagagerekken zijn niet ontworpen om een ​​aanhangwagen te kunnen trekken. Om het risico op een ongeval te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er geen riemen, riemen of spanners aan de fiets hangen. Wielen en banden die groter zijn dan de wielen en banden die al op de fiets zijn gemonteerd, kunnen niet op het bagagerek worden gemonteerd.

LET OP: Als u een kind in een kinderzitje vervoert, zorg er dan voor dat het kind niet de mogelijkheid heeft dat zijn of haar vingers of voeten bekneld raken tussen de wielen van de fiets . Er bestaat gevaar voor ernstig letsel! Het kind moet een helm dragen en op de juiste wijze vastgezet worden volgens de aanbevelingen van het merk kinderzitjes. Laat het kind niet in het kinderzitje zitten als de fiets op de standaard staat.

Voorzorgsmaatregelen en verzorging

1. Voorzorgsmaatregelen

Zoals elk mechanisch onderdeel wordt een fiets blootgesteld aan hoge belastingen en verslijt. Verschillende materialen en componenten kunnen verschillend reageren op slijtage of vermoeiing.

Als een onderdeel de beoogde levensduur heeft overschreden , kan het plotseling breken, wat letsel bij de gebruiker tot gevolg kan hebben .

Scheuren, krassen en verkleuringen op plekken met hoge spanning geven aan dat het onderdeel zijn levensduur heeft overschreden en moet worden vervangen. Bij twijfel dient u een professionele rijwielhandelaar te raadplegen die u na de diagnose van uw fiets zo goed mogelijk kan adviseren .

1.1 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de batterij

- Controleer of de batterij correct is geplaatst

- Zorg ervoor dat de stekker op de e-bike zit.

- Zorg ervoor dat de oplaaddop correct op de batterij zit.

- Laat uw batterij niet onbeschermd achter in de brandende zon.

- Laat de batterij niet langdurig in de zon liggen.

- Ga voorzichtig om met uw batterij. Als de batterij valt, kan er vloeistof lekken of kan deze ontbranden.

- Oefen geen druk uit op het snoer of de stekker van de oplader (risico op elektrische schokken of brand). Het opladen zit stevig in het stopcontact.

- Raak de stekker niet aan met natte handen. - Buiten het bereik van kinderen en dieren houden.

- Gebruik de stekker en het stopcontact niet als deze stoffig zijn. 1.2 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de oplader

- Er staat hoge spanning in de oplader, probeer deze niet te openen.

- Het wordt aanbevolen om de oplader binnenshuis te gebruiken.

- Probeer niet-oplaadbare batterijen niet op te laden met deze oplader.

- Alle informatie op de achterkant van de oplader moet in acht worden genomen.

- Neem bij problemen contact op met de fabrikant of dealer

- Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan ​​of geïnstrueerd zijn door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.

- Kinderen moeten onder toezicht staan ​​om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen. Volg deze instructies zorgvuldig om het risico op brand of elektrische schokken te verminderen:

- Als de vorm van de stekker niet overeenkomt met het stopcontact, gebruik dan een stekkeradapter met de juiste configuratie voor het stopcontact.

- Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen om gevaar te voorkomen.

- Gooi elektrische apparaten niet bij het ongesorteerde gemeentelijk afval, maar maak gebruik van gescheiden inzamelingsvoorzieningen.

- Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over beschikbare inzamelsystemen.

- Wanneer elektrische apparaten op stortplaatsen worden weggegooid, kunnen gevaarlijke stoffen in het grondwater terechtkomen.

2. Onderhoud

Om de veiligheid te garanderen en de onderdelen in goede staat te houden, dient u uw e-bike regelmatig te laten controleren door een fietsspecialist.

Let op, dit ontslaat u niet van de dagelijkse controles die u vóór elk gebruik van uw Eovolt moet uitvoeren. Verwijder altijd de accu voordat u onderhoud aan de e-bike uitvoert.

Als u een elektronisch defect vermoedt, neem dan contact op met een specialist. De afstelling en alle ingrepen aan het elektrische systeem moeten worden uitgevoerd door een professional (anders vervalt de garantie).

2.1 Dagelijkse controle Vóór elk gebruik dient u het volgende te controleren:

  • De staat van de banden (druk, slijtage, hernia’s en scheuren).
  • De functionaliteit en netheid van het remsysteem en de slijtage ervan.
  • Het vastklemmen van je stuurpen.
  • Het vastklemmen van uw zadelklem
  • De functionaliteit en netheid van de verlichtingsapparaten. De bril moet schoon zijn, vrij van stoten en zonder scheuren.
  • De velg moet schoon en onbeschadigd zijn. Let op verkleuring, krassen of tekenen van slijtage. Een versleten of beschadigde velg kan zonder waarschuwing breken en tot een ernstige val leiden.
  • Blokkeren van het frameslot.
  • Het vastzetten van de wielen.
  • Het regiespel. Blokkeer het voorwiel en geef het stuur schokkerige bewegingen. Als het stuur aanzienlijk beweegt, neem dan contact op met een professional om de instellingen aan te passen. (Let op, de besturing is afgesteld en niet vastgedraaid)
  • Controleer na elke schok die optreedt tijdens gebruik of transport het frame en de vork op scheuren. Bij een ernstige botsing dient u contact op te nemen met een specialist die een uitgebreide diagnose van de fiets zal uitvoeren.

2.2 Onderhoud van de batterij

  • Met de juiste zorg kunt u de levensduur ervan maximaliseren. Hier zijn enkele tips waarmee u rekening moet houden bij het onderhoud van uw batterij: Zoals alle batterijen verouderen onze batterijen. Dit betekent dat de levensduur van de batterij na verloop van tijd zal afnemen en niet meer hetzelfde zal zijn als een nieuwe batterij.
  • Vergeet niet om de batterij regelmatig op te laden, ook als u deze niet gebruikt (minimaal 1 keer per maand). Hiermee vermijd je het fenomeen van diepe ontlading, waarbij één of meerdere cellen die langere tijd niet zijn opgeladen niet meer werken, waardoor je bereik verliest of de accu helemaal niet meer werkt.
  • Zet de motor op de boordcomputer altijd uit als de fiets stilstaat - ook al is het maar even - of als de accu tijdens het rijden leeg raakt. Dit verkleint het risico dat de batterij volledig leeg raakt.
  • Bewaar uw accu op een droge en koele plaats die niet geschikt is voor grote temperatuurschommelingen. Bij langdurige opslag zonder gebruik moet het ideale laadniveau van uw accu 30% zijn om de zelfontlading van de accu te beperken. Vergeet nooit je accu van de e-bike als je hem niet gebruikt, de controller (het brein van de e-bike) verbruikt namelijk altijd wat energie en trekt daardoor de accu leeg.
  • Hoe meer u uw fiets gebruikt, hoe regelmatiger de accu moet worden opgeladen en hoe langer de levensduur in vergelijking met een inactieve accu. De batterij moet schoon en droog zijn voordat deze wordt opgeladen. Haal de stekker uit het stopcontact en reinig met een droge doek. Om het netsnoer uit het stopcontact te halen, trekt u aan de stekker in plaats van aan het snoer. Trek altijd voorzichtig aan de laadkabel.
  • Draai niet aan de pedalen wanneer de accu wordt opgeladen en aan de fiets is bevestigd. Het snoer kan rond de pedalen of slinger wikkelen en het stopcontact beschadigen, waardoor het risico op een elektrische schok of brand ontstaat.
  • Gebruik geen stopcontacten, stekkers of andere bedradingsapparaten met een andere voedingsbron dan de aanbevolen voeding (220V).
  • Gebruik geen elektrische onderdelen als deze beschadigd zijn. Vervang ze door originele componenten. Als uw batterij ongewoon heet wordt tijdens het opladen, koppelt u de oplader los en verplaatst u voorzichtig de hele oplader en batterij. Wanneer het opladen voltooid is, koppelt u de oplader los en koppelt u de batterij los van de oplader.
  • Laad de batterij op in een droge binnenlocatie met een omgevingstemperatuur van 0°C tot 45°C.
  • Laad de batterij niet op in de buurt van brandbare materialen. Gebruik uitsluitend de originele oplader die bij de fiets is geleverd.
  • Laad de accu niet direct op na gebruik van de fiets. Er mogen geen metalen voorwerpen in aanraking komen met de contacten of connector van de batterij. Vermijd vuil en chemische stoffen of schoonmaakmiddelen.
  • Dek de oplader niet af.
  • Niet opladen in direct zonlicht.
  • De batterij moet altijd op een geventileerde plaats worden opgeladen.
  • Om de stekker uit het stopcontact te halen, haalt u eerst de stekker uit het stopcontact en koppelt u vervolgens de batterij los.
  • Gebruik de batterij niet als deze een ongewone geur afgeeft of abnormaal heet wordt.
  • Haal de lader of de batterij niet uit elkaar (waardoor de garantie vervalt).
  • Gebruik uw fiets bij een maximale temperatuur van 45°C.
  • Bewaar uw batterij op een droge, geventileerde plaats met een temperatuur tussen 0°C en 20°C. (Uw batterij zal voortijdig verouderen als deze boven 30°C wordt bewaard). Langdurige opslag bij -10°C kan de prestaties van de batterij aanzienlijk verminderen .
  • De batterij mag in geen geval aan vorst worden blootgesteld.
  • Ontlaad de batterij nooit volledig, aangezien dit de batterij kan beschadigen. Als u uw batterij langer dan twee weken opbergt, bewaar deze dan met 30% van de lading om de levensduur te maximaliseren.
  • Als de fiets geparkeerd staat - ook bij korte pauzes - of als de accu leeg is tijdens het rijden: Schakel altijd de motor uit (op het bedieningspaneel op het stuur), anders raakt de accu diep ontladen en kan er onherstelbare schade ontstaan.

Verwijdering en recycling: Gooi de batterij of oplader niet in de natuur of bij uw huishoudelijk afval. Breng ze terug naar uw dealer of een inzamelpunt gespecialiseerd in recycling. Zo draagt ​​u bij aan de bescherming van het milieu.

2.3 Reserveonderdelen en accessoires

  • Als u bepaalde elektrische onderdelen moet vervangen , raden wij u aan originele onderdelen te gebruiken die zijn geselecteerd op basis van hun kwaliteit en compatibiliteit . Ze moeten door een aggregaattechnicus worden vervangen door nieuwere onderdelen.
  • Controleer bij een aggregaattechnicus of de te installeren accessoires compatibel zijn.

Band/luchtkamer:

  • EOVOLT Ochtend : 16x2.15
  • EOVOLT Middag : 20x2.35
  • EOVOLT Avond : 24x2.40

Remblok : Avid Elixir/Sram XX-x0 DB organisch

De batterijen van de achtergrondverlichting vervangen:

  • Druk op de zwarte behuizing en trek aan de doorzichtige lampafdekking om deze te verwijderen. Je krijgt toegang tot de 2 ronde celbatterijen (model LR44 1,5V). Om deze te vervangen, gebruikt u een platte schroevendraaier om een ​​metalen oor los te wrikken, verwijdert u vervolgens de oude batterij en schuift u de nieuwe erin.

2.4 Reinigen en smeren

  • Smeer één keer per maand en na elke was- en droogbeurt. Gebruik nooit een hogedrukreiniger, waterstraal of schoonmaakmiddel op elektrische onderdelen.
  • Voordat u uw batterij reinigt, verwijdert u deze met water. Droog uw fiets goed af voordat u de accu terugplaatst.
  • Maak de hele fiets schoon met zeepsop en een spons of met water onder lage druk. Indien nodig de aansluitingen reinigen met contactreiniger.
  • Smeer de gehele aandrijfeenheid, ketting, achterderailleur, trapas en wielas.
  • Als u op vuil terrein (stof/ modder) rijdt , geeft u de voorkeur aan een smeermiddel op wasbasis. Als u in stedelijk terrein rijdt (waar u vaak wordt blootgesteld aan water), heeft u de voorkeur aan een smeermiddel op oliebasis.

3. Garantie

  • BELANGRIJK - Verwar zorg en garantie niet . Onderhouds- en aanpassingsrevisies vallen niet onder de garantie .
  • Bewaar de factuur of het aankoopbewijs met de aankoopdatum (alleen deze documenten gelden als garantie).

3.1 Duur van de garantie:

  • Fiets met 5 jaar garantie (frame, vaste vork, alleen stuur/stuurpen). Op motor, batterij, controller en display zit 2 jaar garantie.
  • De garantie begint op de datum van aankoop door de klant. Voor garantieclaims moet de gebruiker de factuur met de aankoopdatum overleggen.
  • De koper heeft niet het recht om de aankoop te herroepen, deze te vervangen door een nieuwe fiets of de prijs te verlagen als de verkoper het vastgestelde defect kan verhelpen. Het repareren van een onderdeel verlengt de duur van de garantie niet. Uw fiets is niet ontworpen voor gebruik in zand, in water (motor, accu, controller en display) of in een zoute omgeving (bijvoorbeeld strand of oceaan).
  • Het is niet de bedoeling dat uw fiets voor langere tijd buiten wordt gestald (maximaal 12 uur).
  • Het moet worden opgeslagen in een droge en gematigde (vorstvrije) ruimte, vrij van bijtende stoffen: marien milieu (bijv. scheepsdek), onkruidverdelgers, zuren, oplosmiddelen.

3.2 Algemene garantiebeperkingen

De garantie geldt alleen voor de oorspronkelijke eigenaar en is niet overdraagbaar bij wederverkoop.

  • De garantie geldt niet als de bedienings- en onderhoudsinstructies en alle overige instructies in de gebruikershandleiding niet zijn opgevolgd. De garantie is daarom alleen van toepassing onder normale gebruiksomstandigheden (niet voor verhuur of andere commerciële doeleinden) en dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik (bijvoorbeeld gebruik door twee personen tegelijk, overbelasting, sprongen, …), het niet naleven ervan. met de voorzorgsmaatregelen of er gebeuren ongelukken.
  • De garantie dekt geen schade aan onderdelen met zichtbare stootsporen als gevolg van een oorzaak die geen verband houdt met de kwaliteit van de fiets (ongeval, schok, val...).
  • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door reparaties of wijzigingen uitgevoerd door een gebruiker of een niet-geaggregeerde technicus. Het aanpassen van een fietsonderdeel (frame en/of onderdeel, inclusief verf) kan leiden tot ernstig letsel.
  • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door slecht onderhoud.

De garantie geldt niet voor slijtdelen:

  • Banden
  • Hydraulische en smeeroliën
  • De remblokken en het achterlicht (batterijen)
  • Kettingen en distributieriemen
  • De coatings op de handgrepen
  • Versnellingen, trapasassen en achterderailleurrollen
  • Het lakwerk
  • Schakel- en remkabels

De batterij

Lagers en glijlagers De garantie geldt niet voor voertuigen die ontgasd zijn. Een fiets wordt als getuned beschouwd als de motor meer dan 250 W levert en de elektrische ondersteuning niet wordt uitgeschakeld bij snelheden boven 25 km/uur.

Risico's bij het afstemmen:
Volg de verkeersregels van het land waarin u werkt

  • Voortijdige slijtage van de ketting
  • Voortijdige slijtage van de cassette
  • Voortijdige slijtage van de trapas en het kettingblad
  • Voortijdige slijtage van de wielen
  • Voortijdige slijtage van de vork
  • Ineffectiviteit van het remsysteem
  • Voortijdige slijtage van de motor
  • Voortijdige slijtage van de batterij Technisch onvermijdelijke schommelingen in het verbruik en de prestaties van de batterij, evenals capaciteitsverlies in verband met het gebruik van het product, vormen geen materieel defect.

3.3 Beperkte batterijgarantie

De batterij is uitgesloten van de garantie als:

  • De batterij is verkleurd.
  • De batterijbehuizing is beschadigd.
  • De batterij is geopend.
  • Er zijn tekenen dat de batterij is geopend.


4. Keuringsboek

  • Een eerste inspectie is noodzakelijk na een maand gebruik of 150 km. Met deze controle kunt u de instellingen en spanningen van uw fiets verfijnen.
  • De tweede inspectie moet ongeveer na 6 maanden of 1000 km worden uitgevoerd. Het geeft een eerste overzicht van uw fiets en de slijtage van verbruiksartikelen.
  • Wij raden dan aan om minimaal één keer per jaar of iedere 2000 km een ​​inspectie te laten uitvoeren.